Geschiedenis van de eilanden
De Kaapverdische Eilanden waren onbewoond toen ze in 1456 werden ontdekt door zeelieden in dienst van prins Hendrik de Zeevaarder. De eerste kolonies werden gesticht in 1461 op het hoofdeiland Santiago en het eiland Fogo.
De inkomsten uit de slavenhandel en de exploitatie van zout door de Britten zorgden ervoor dat de koloniën floreerden. Het belang van Kaapverdië nam echter aanzienlijk af tussen de 18e en 20e eeuw, deels door perioden van droogte die tot hongersnood leidden. Door het kappen van de bossen ontstonden woestijnen en steppen en ging voorheen vruchtbaar land verloren.
Portugal verloor steeds meer interesse in de eilanden omdat er meer te halen viel in Brazilië. Als gevolg daarvan emigreerden steeds meer mensen, vooral mannen, om hun geluk in het buitenland te zoeken. Woestijnvorming, vulkaanuitbarstingen en epidemieën veroorzaakten meer ellende zonder dat de Portugese staat ingreep.
Deze ervaringen van emigratie en verlies hebben de Kaapverdische cultuur gekenmerkt. In de tweede helft van de 19e eeuw ontstond de literaire en muzikale beweging van de mornas melancólicas, een muziekstijl in mineur, afkomstig uit Boa Vista en vaak vergeleken met de Portugese fado.
In de jaren 1930 herstelde de economie van Kaapverdië zich enigszins. In 1951 werden de Kaapverdische eilanden een Portugese overzeese provincie, waardoor de inwoners grotendeels dezelfde rechten kregen als de Portugezen op het vasteland.
In 1973 verklaarden Guinee-Bissau en Kaapverdië zich bijvoorbeeld eenzijdig onafhankelijk van Portugal als een gezamenlijke staat. Terwijl de VS en andere antikolonialistische staten het nieuwe land snel erkenden, erkende Portugal het pas een jaar later, na de revolutie in Portugal.
De alliantie met Guinee-Bissau duurde echter niet lang, omdat de culturen en meningen van de twee partners te verschillend waren. Zo ontstond de afscheiding en hernieuwde onafhankelijkheid van Kaapverdië.
Vandaag de dag is Kaapverdië een van de weinige landen in Afrika met een echte democratie, met verschillende partijen, een parlement en een democratisch gekozen president. Sinds de jaren 2000 richt het land zich op toerisme als economische factor.