Funaná – het nationale erfgoed van Kaapverdië
Afgelopen zondag 14 april werd funaná verheven tot nationaal erfgoed. Deze erkenning is te danken aan het feit dat funaná een van de grootste referenties is van de traditionele Kaapverdische muziek, en ook omdat het diep geworteld is in de traditionele cultuur van het Kaapverdische volk.
Hoewel er veel verklaringen zijn voor de betekenis van de naam “funaná”, is het bekend dat de naam van deze muzieksoort een combinatie is van twee namen: Funa en Naná, en dat misschien funaná begon met deze twee mensen.
Aangenomen wordt dat Funaná aan het eind van de 19e of het begin van de 20e eeuw is ontstaan in het binnenland van Santiago, het centrale eiland van de archipel. En in de loop van zijn geschiedenis heeft dit muziekgenre verschillende transformaties ondergaan, waarbij elementen uit andere muziekgenres zoals de mazurka, de wals en de samba werden geïntegreerd.
En de artistieke groep Bulimundu was degene die een revolutie teweegbracht in funaná, door het weg te halen van de traditionele stijl van strijkijzer en harmonica naar een innovatieve stijl met een mix van gitaar en drums.
In de 20e eeuw won funaná nog meer aan populariteit en werd het een symbool van de Kaapverdische cultuur en het verzet tegen de koloniale onderdrukking. En met het verstrijken van de tijd heeft dit muziekgenre een aantal evoluties en nieuwe muzikale invloeden ondergaan, wat heeft geleid tot het ontstaan van de bekende en beroemde “cotxipó”, als het ware een meer “up-to-date” versie van funaná.
Toch moet gezegd worden dat tussen funaná en batuke, twee traditionele Kaapverdische muzieksoorten, batuke de oudste en bekendste is. De erkenning die funaná dit weekend krijgt, is dan ook te danken aan de valorisatie van dit muziekgenre als een belangrijk onderdeel van de ontwikkeling en het behoud van de nationale en zelfs internationale cultuur.
En we openen hier een haakje om te zeggen dat het eiland Santiago het enige eiland is dat dit traditionele muziekgenre produceert en promoot, dat nu een nationaal erfgoed is.
Kenmerken van funaná
Funaná heeft een binair en variabel ritme, dat versneld of gematigder kan zijn. Deze unieke eigenschap creëert een pulserende, aanstekelijke sensatie die uitnodigt om te dansen. De diatonische accordeon, in Kaapverdië bekend als “gaita”, is het centrale instrument in funaná. Zijn levendige melodie en opvallende harmonieën bepalen het authentieke geluid van het ritme.
De ferrinho, een metalen percussie-instrument, bepaalt het funaná-ritme met precisie en energie. De percussieve geluiden begeleiden de dans en houden de beat aanstekelijk.
De funaná-melodie wordt gekenmerkt door stijgende en dalende noten, waardoor een dynamisch geluid vol emotie ontstaat. Zangers kunnen de “sforzando”-techniek gebruiken, waarbij ze specifieke noten benadrukken om de muzikale expressie te versterken.
Funaná’s teksten behandelen een verscheidenheid aan thema’s uit het dagelijks leven van Kaapverdianen, van geluk en verdriet tot sociale kritiek en reflecties op het leven. Moderne funaná bevat ook hedendaagse thema’s, die de huidige realiteit van het land uitbeelden.
Funaná is meer dan alleen muziek en dans, het is de ziel van Kaapverdië, pulserend met een aanstekelijke energie, een onweerstaanbaar ritme en teksten die de realiteit van het Kaapverdische volk vertellen.
De Funaná-dans
Deze muziekstijl is een levendige en aanstekelijke dans, waarbij de heupen en schouders met energie en plezier bewegen op het ritme van de muziek. Het is dan ook gebruikelijk om een vleugje speelsheid en flirt te zien in de bewegingen van de dansers.
Funaná kan individueel worden gedanst, waarbij individuele vrijheid tot uitdrukking komt, of met een partner, waardoor momenten van interactie en improvisatie ontstaan. Dansen met z’n tweeën stelt je ook in staat om verschillende choreografieën te verkennen en laat de band tussen de dansers zien.
Funaná wordt meestal gedanst op sociale en culturele evenementen voor optredens, maar ook tijdens vieringen zoals bruiloften, doopfeesten, vormselceremonies of sociale bijeenkomsten.
De funaná wordt beschouwd als een van de belangrijkste symbolen van de Kaapverdische cultuur, identiteit en geschiedenis. Het ritme en de teksten weerspiegelen de kracht van het Kaapverdische volk, hun verzet, hun prestaties en hun vermogen om te overwinnen.
Uit nieuwsgierigheid volgen hier enkele grote namen in funaná, zoals Codê di Dona, Cema Lopi, Katxas di Bulimundu, Ferrro Gaita, Zeca de Nha Reinalda, Belo Freire, Catuta Branca en Ze Espanhol. Het is belangrijk om te zeggen dat deze laatste een nieuwe dynamiek heeft gegeven aan de creatie van funaná en de dansen, wat onvermijdelijk heeft geleid tot een verschuiving weg van de traditionele funaná.
Maar ondanks de “vernieuwingen” die funaná heeft ondergaan, is één ding zeker: funaná blijft iedereen plezieren en betoveren die van dit unieke, levendige en aanstekelijke muziekgenre houdt.